VoiceConsole en apparaten instellen
Gebruik dit onderdeel als handleiding voor het installeren en configureren van VoiceConsole, het importeren van spraaksoftware en het instellen van parameters voor de functionaliteit van Talkman-apparaten.
Zie voor meer gedetailleerde instructies de Implementatiehandleiding VoiceConsole en de Gebruikershandleiding Vocollect Voice-software.
VoiceConsole wordt ondersteund voor Talkman-apparaten waarop VoiceCheck 1.7 en eerder wordt uitgevoerd.
VoiceConsole installeren
De release van VoiceConsole die bij de Honeywell Voice Maintenance & Inspection Solution wordt meegeleverd, bevat functies die specifiek zijn ontwikkeld om de oplossing te ondersteunen. Het biedt een mogelijkheid om apparaatprofielen te maken met SSL-communicatie (Secure Sockets Layer) tussen VoiceConsole en Talkman-apparaten. Zo kunt u ook tijdens het maken van een takenpakket er ook voor kiezen om de communicatie tussen VoiceCheck en apparaten met SSL te beveiligen. Ook biedt het een manier om de juiste tijdsynchronisatie te verzekeren als apparaten voor het eerst worden ingeschakeld, door instellingen van netwerktijdprotocollen in apparaatprofielen op te nemen.
Een database maken
Tenzij u van plan bent om de ingesloten database van VoiceConsole te gebruiken, moet u eerst een lege VoiceConsole-database installeren, en een gebruiker maken met machtiging om in de database records te maken, te lezen en te schrijven.
Bij uitvoering van het installatieprogramma van VoiceConsole wordt het databaseschema automatisch gemaakt.
Het VoiceConsole-installatieprogramma uitvoeren
U moet het installatieprogramma als beheerder op een Windows-platform uitvoeren. Navigeer naar install.exe op de dvd en voer het uit.
Bij installatie op Linux moet het installatieprogramma als root worden uitgevoerd. Als u Intel- of AMD-architectuur gebruikt, kopieert u de bestanden van de VoiceConsole-dvd naar een pc en voert u het bestand install.sh uit.
De VoiceConsole-installatie configureren
Nadat de installatie is voltooid, kunt u zich aanmelden bij VoiceConsole-toepassing en beginnen om de omgeving in te stellen die specifiek is voor uw bedrijfsactiviteiten. Zie Online Help VoiceConsole voor gedetailleerde instructies.
Een VoiceConsole-licentie aanschaffen en importeren
Honeywell genereert en verleent u een licentiebestand om de software volgens uw koopovereenkomst te kunnen uitvoeren.
U moet een geldige licentie invoeren voordat u apparaatprofielen, operators of takenpakketten op apparaten kunt laden. De licentie moet het totale aantal apparaten ondersteunen dat verbinding maakt met VoiceConsole, niet het aantal apparaten per locatie.
GA ALS VOLGT TE WERK:
Navigeer naar het onderdeel Beheer in de VoiceConsole-gebruikerserface (GUI) en klik op de actiekoppeling Licentie importeren.
Locaties maken
U kunt VoiceConsole gebruiken om uw spraakoplossing op meerdere locaties te beheren. Gewoonlijk weerspiegelen logische locaties geografische of fysieke locaties binnen een bedrijf, tenzij functies verschillen op dezelfde locatie.
GA ALS VOLGT TE WERK:
Navigeer in het onderdeel Beheer van de GUI naar Locaties en klik op de actiekoppeling Nieuwe locatie maken.
Als u van plan bent om meerdere locaties te ondersteunen, moet u de locaties zowel in VoiceConsole als VoiceCheck maken. Vervolgens moet u een taak, takenpakket, apparaatprofielen en operators aan elke locatie koppelen. U kunt het beste een taak en gebruikers specifiek voor elke locatie maken. Zie Extra locaties maken voor implementaties met meerdere locaties voor meer instructies.
Rollen en gebruikers maken
Rollen definiëren wat een gebruiker mag doen in de toepassing. Rollen worden aan gebruikers toegewezen. Gebruikers hebben alleen toegang tot functies die in de rollen van die gebruiker zijn toegestaan.
GA ALS VOLGT TE WERK:
Navigeer in de sectie Beheer van de GUI naar Rollen en klik op de actiekoppeling Nieuwe rol maken.
U kunt elke rol toegang verlenen tot specifieke functies door deze in te schakelen. Als u de uitvoering van een actie mogelijk maakt op een pagina (zoals een operator verwijderen op de pagina Operator weergeven), moet u ook de mogelijkheid inschakelen om die pagina weer te geven.
Elke gebruiker moet een unieke gebruikersnaam hebben en minimaal één rol krijgen.
Wachtwoorden moeten na de eerste aanmelding worden gewijzigd en aan de volgende vereisten van wachtwoordcomplexiteit voldoen.
Minimaal 8 tekens, waaronder:
- 1 hoofdletter
- 1 kleine letter
- 1 nummer of speciaal teken
Nieuwe wachtwoorden mogen niet hetzelfde zijn als de laatste drie gebruikte wachtwoorden.
Gebruikersaccounts worden vergrendeld na drie ongeldige aanmeldingspogingen, waarna er 15 minuten moet worden gewacht om het opnieuw te proberen, of er moet contact worden opgenomen met de systeembeheerder om de vergrendeling van hun account te laten opheffen.
GA ALS VOLGT TE WERK:
Navigeer in de sectie Beheer van de GUI naar Gebruikers en klik op de actiekoppeling Nieuwe gebruiker maken.
Operators maken
Terwijl u gebruikers maakt in VoiceConsole om toegang te verlenen tot de GUI-toepassing, maakt u operators om te bepalen hoe uw technici worden gekoppeld aan apparaten, stemsjablonen en takenpakketten.
In de Honeywell Voice Maintenance & Inspection Solution moet elke technicus een gebruikers- en operatoraccount hebben in VoiceConsole. Niet elke toepassingsgebruiker hoeft echter inspecties uit te voeren als een Talkman-apparaatoperator.
GA ALS VOLGT TE WERK:
Navigeer op het tabblad Operatorbeheer van de GUI naar Operators en klik op de actiekoppeling Nieuwe operator maken.
U kunt een takenpakket aan elke operator koppelen.
Operators verplaatsen of kopiëren naar andere locaties
Als uw technici op meerdere locaties werken, moet u de gekoppelde VoiceConsole-operators aan die extra locaties toevoegen, voordat de technici er aankomen.
GA ALS VOLGT TE WERK:
- Navigeer op het tabblad Operatorbeheer van de GUI naar Operators, selecteer een of meer operators in de tabel, en klik op de actiekoppelingen Operators verplaatsen > Geselecteerde operators verplaatsen/toevoegen aan een locatie.
- Selecteer Verplaatsen om de operators van de huidige locatie te verplaatsen.
- Selecteer Toevoegen om de operators in de huidige locatie te behouden.
Als een operator op meerdere locaties bestaat, hebben bewerkingen die u uitvoert op die operator invloed op elke locatie waar de operator bestaat. U kunt echter een operator verwijderen van extra locaties zonder de resterende locaties te beïnvloeden.
In VoiceConsole en VoiceCheck kunt u altijd GUI-gebruikers activeren voor één of alle locaties.
Optionele beveiliging voor draadloos toevoegen
Uw bedrijfsbeleid voor IT kan vereisen dat extra beveiligingsmaatregelen worden geïmplementeerd voor uw draadloze netwerk. EAP (Extensible Authentication Protocol) is een veilig middel om gegevens over te dragen over een draadloos netwerk van één computer—in dit geval een Talkman-apparaat—naar een toegangspunt van een netwerk. U kunt configureren dat specifieke locaties EAP gebruiken.
GA ALS VOLGT TE WERK:
Navigeer in het onderdeel Beheer van de GUI naar Locaties, selecteer een locatie en klik op de actiekoppeling EAP configureren voor de geselecteerde locatie. Zie Online Help VoiceConsole voor hulp bij het invullen van de vereiste velden. U kunt dit desgewenst voor andere locaties herhalen.
Merk op dat Honeywell Voice Maintenance & Inspection Solution ook SSL-gecodeerde communicatie tussen Talkman-apparaten en VoiceConsole biedt. Zie Apparaatcommunicatie beveiligen voor meer informatie.
Optionele verificatie configureren
Als u gebruikers zich wilt laten aanmelden bij de toepassing met een toepassingsspecifiek wachtwoord, moet u zorgen dat er voor elk gebruikersaccount een wachtwoord is ingevoerd. U kunt er ook voor kiezen om gebruikers toe te staan om zich aan te melden bij VoiceConsole met hun wachtwoorden voor de directoryserver (LDAP).
GA ALS VOLGT TE WERK:
Navigeer in het onderdeel Beheer van de GUI naar Systeemconfiguratie en klik op de actiekoppeling Systeemconfiguratie bewerken.
E-mailmeldingen instellen
U kunt VoiceConsole configureren om kritieke e-mailmeldingen naar een of meer gebruikers te verzenden.
GA ALS VOLGT TE WERK:
Wijs de gebruikers eerst de rollen toe met de mogelijkheid om meldingen weer te geven. Voeg vervolgens de e-mailadressen toe aan hun VoiceConsole-gebruikersaccounts. Geef tenslotte de gegevens op voor de Uitgaande SMTP-host op de pagina Systeemconfiguratie.